Focus op uitbreiding van het kiesrecht naar 15 jaar

Het buitenland heeft ons geïnspireerd om het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd onze prioriteit te maken. In Nieuw Zeeland heeft de rechter vorige week geoordeeld dat het buitensluiten van deze belasting betalende groep bij de verkiezingen een ongrondwettige vorm van uitsluiting betreft. In Argentinië, Brazilië, Cuba, Ecuador en Nicaragua is het al gebruikelijk dat jongeren vanaf 16 jaar mee mogen stemmen. Wij zetten in op 15 jaar omdat omdat de helft van de jongeren dan al een bijbaan heeft en belasting betaalt, en omdat álle scholieren, ook de VMBO'ers, op deze manier de eerste keer stemmen kunnen behandelen op school. Vroeg geleerd is namelijk oud gedaan. Als docenten en scholieren stemmen heel normaal vinden is dat winst voor de democratie.

Er zijn best wat tegenstanders op ons pad, maar ook veel medestanders 🧓

Rechtse partijen hebben altijd belang bij een lage verkiezingsopkomst. Daarom schilderen ze jongeren af als gevaar voor de democratie. Onze hersenen zouden nog onvolgroeid zijn, en we zouden handelingsonbekwaam zijn. Precies dezelfde argumenten die werden gebruikt om arbeiders en vrouwen het kiesrecht te ontzeggen in de vorige eeuw. Daarnaast zouden kinderen door hun ouders beïnvloedbaar zijn. Maar het is juist andersom. Jongeren hebben een positieve invloed op hun ouders en grootouders. Deze blijven daardoor bij de tijd en leren hun gedrag aanpassen. En jongeren delen bijvoorbeeld veel minder vaak nepnieuws op sociale media omdat we het sneller herkennen. Kortom, jongeren zijn een positieve kracht van verandering. We begrijpen dat negatieve mensen dat willen tegenhouden, maar dat maakt ons sterker.

Uitbreiding van het kiesrecht naar 15 jaar zou 600.000 jongeren die momenteel niet vertegenwoordigd zijn een stem geven. Het aantal kiesgerechtigden zou met 4,5% toenemen in het voordeel van jongeren (als ze evenveel stemmen als ouderen). Sinds 1950 is de gemiddelde levensverwachting in Nederland gestegen van 71 naar 81 jaar. Aan de bovenkant van de kiesgerechtigde leeftijd zijn er dus 14,1% mensen bijgekomen. Corrigeren we dit voor de hogere opkomst bij verkiezingen onder ouderen, dan is de stem van ouderen de afgelopen 70 jaar met 20% toegenomen. En het einde van de vergrijzing is nog niet in zicht dus het electoraat blijft ouder worden. Daardoor sneeuwen de belangen van jongeren onder en worden we minder gehoord.

Een drastischere vorm om deze scheve vertegenwoordiging tegen te gaan is het stemrecht zowel aan de onderkant als aan de bovenkant te beperken. Dus geen stemrecht van 0 tot 18 jaar en niet van 64 tot 81 jaar (de gemiddelde levensverwachting). Wij vinden dat geen recht doen aan de democratie waarin iedere persoon één stem zou moeten hebben. Dat maakt het des te vreemder dat het nog volkomen normaal lijkt dat jongeren géén stem krijgen en niet als burgers met een belang worden gezien.

Naar de stembus mogen gaan voor 15 zou natuurlijk fijn zijn, maar dat leidt niet direct tot vertegenwoordiging. Zie bijvoorbeeld hoe vrouwen nog steeds maar één derde van de parlementsleden vormen. Voor alle 2,7 miljoen jongeren onder de 15 willen we daarom toekomstzetels reserveren in het parlement. Zij vormen 15,5% van de bevolking. Omdat zij zeker een belanghebbende zijn maar hun voorkeuren nog niet zo makkelijk kunnen uitspreken willen we hun stem laten vertegenwoordigen door gedelegeerden die veel met hen in contact staan. Denk aan ouderverenigingen, docenten en de jeugdbescherming. Maar ook gelote jongeren die voor korte tijd een burgerplicht voldoen. Wij verdienen een permanente aanwezigheid aan tafel, het gaat om onze toekomst.

Previous
Previous

Terugblik op 2022 en winterstop

Next
Next

Happy Pride!